skip to main content

Klaar voor actie?

Hulpmiddelen

Materiële middelen

Kaarten met voorbeelden van ecosystemen (b.v. bos, weide, veld, savanne, woestijn, regenwoud) en organismen die tot elk trofisch niveau behoren, dubbelzijdig plakband, papier, 3 touwtjes x 2 m elk.

Voorbereiding

Leg ecosysteem- en organismekaarten klaar, verzamel materiaal.

Doelen, boodschappen & concepten

Specifieke doelen

  • Leren wat trofische niveaus en voedselketens zijn.
  • Om te ontdekken welke impact een ontbrekende schakel zou hebben op de hele voedselketen.

Specifieke boodschappen

  • Een ecosysteem is opgebouwd uit trofische niveaus.
  • Het verwijderen van een organisme uit de voedselketen heeft gevolgen voor het hele ecosysteem.

Belangrijkste begrippen

  • ecologie
  • voedselketens
  • trofische niveaus
  • ecosysteem

Praktijken & vaardigheden

STEM-praktijken

  • Ontwikkelen en gebruiken van modellen
  • Argumenteren vanuit bewijs
  • Vragen stellen en problemen definiëren

Zachte vaardigheden

  • Teamwerk en samenwerking

Managementvaardigheden

-

Verloop van de activiteit

step 1

Geef de leerlingen informatie over voedselrelaties die specifiek zijn voor de biodiversiteit in de plaatselijke omgeving, gebruikmakend van de video en het diagram (zie Bronnen) om te leren over trofische niveaus.

step 2

Deel voorbereide ecosysteem- en organismekaarten uit, waaruit de leerlingen voedselketens opbouwen. Analyseer samen de resultaten, gebruikmakend van het trofische-niveaus-diagram om te helpen beoordelen of het correct is gedaan en waarom.

step 3

Bouw een trofische keten van leerlingen met behulp van het touw, het papier en de plakband in de volgorde van de schakels van de voedselketen. Knip vervolgens het touw op één plaats door en neem één individu uit de voedselketen.

step 4

Geef de leerlingen 10 minuten om na te denken over wat er zal gebeuren met organismen die tot andere trofische niveaus behoren als dit element wordt verwijderd.

  • Is elk trofisch niveau even belangrijk?
  • Of is een van de belangrijkste?
  • Als er één soort in de voedselketen ontbreekt, kunnen de anderen dan gedijen?